De vergeten kracht van verhalen: waarom we mythen nodig hebben

Gepubliceerd op 6 mei 2025 om 10:42

Er zijn tijden geweest waarin verhalen niet slechts vermaak waren voor tussendoor, maar het fundament van samenleven, begrijpen en herinneren. Verhalen werden gedeeld rond het vuur, fluisterend doorgegeven onder de sterren, gedragen door stemmen die verbonden waren met het land waarop zij leefden. Ze hielpen mensen hun plek te vinden in de wereld, gaven betekenis aan de seizoenen, aan geboorte en dood, aan verdriet en vreugde. Maar in onze moderne samenleving lijkt die wereld van verhalen steeds verder van ons af te staan.

Vandaag de dag zijn we omringd door informatie, beelden en nieuws, maar we missen de diepe lagen van betekenis die echte verhalen ooit boden. Onze rituelen zijn veelal gereduceerd tot formaliteiten. We vieren nog wel, maar weten niet meer wat we vieren. We rouwen, maar missen de taal om verlies te dragen. We zijn onderweg, maar weten zelden waarheen.

In plaats van meervoudige, organisch gegroeide verhalen, leven we in het keurslijf van één dominant narratief: het verhaal van vooruitgang. Een verhaal waarin snelheid, groei en controle centraal staan, maar waarin de verbinding met de aarde, ons lichaam en onze ziel vaak zoek is geraakt. We zijn het vertellen kwijtgeraakt en daarmee een stuk van onszelf.

Toch is het nooit te laat om opnieuw te leren luisteren, te spreken en te delen. Want in verhalen schuilt een oeroude kracht. Een kracht die niet alleen betekenis geeft aan ons leven, maar ook richting, troost, verbondenheid en herinnering. Misschien is dit het moment om ons eigen verhaal opnieuw te weven...

Mythen zijn geen verzinsels, maar levenswijsheid

Wanneer we vandaag de dag spreken over mythen of volksverhalen, worden ze vaak afgedaan als fantasie of bijgeloof. Oude verhalen over goden, dieren die spreken, heldenreizen en wonderen worden al snel in het domein van de kinderlijke verbeelding geplaatst. Maar mythen zijn geen sprookjes in de zin van "niet waar", ze zijn waar op een andere laag. Niet letterlijk, maar symbolisch, archetypisch en menselijk. Ze zijn geen reconstructies van de werkelijkheid, maar gidsen om met die werkelijkheid om te gaan.

Mythen boden mensen eeuwenlang houvast, richting en betekenis. Ze hielpen verklaren wat anders ongrijpbaar bleef: de dood, liefde, ziekte, chaos, verlangen, schuld of natuurkrachten. Ze leerden hoe te leven met het mysterie van het bestaan, in plaats van het te beheersen. In plaats van objectieve antwoorden gaven ze een verhalende bedding aan de grote vragen van het leven.

Wat mythen zo bijzonder maakt, is dat ze lagen bevatten. Elke keer dat je ze hoort, kun je er iets anders in ontdekken. Ze spreken tegelijk tot het kind en de volwassene in ons. Tot het denken én het voelen. Tot het lichaam én de ziel. Ze zijn niet ontworpen, maar gegroeid. Gevormd door generaties, aangepast aan de omgeving, en telkens opnieuw tot leven gebracht in de ontmoeting tussen verteller en luisteraar.

Deze verhalen dragen een wijsheid die we in onze moderne samenleving vaak missen: de kunst om te leven met onzekerheid, verbonden met iets groters dan onszelf. Het zijn geen instructiehandleidingen, maar spiegels, kaarten en metgezellen op onze reis door het leven.

'Myth isn’t about factual or historical truth, but about a deeper truth. In ancient times, people saw myth in a very different light – as a vehicle that can transmit and carry a subtlety and richness of experience that simply cannot be conveyed by linear, conceptual forms of language.'

Adyashanti

Verhalen als ecosystemen van betekenis

Mythen en volksverhalen kwamen niet zomaar uit de lucht vallen. Ze werden geboren uit de grond waarop mensen leefden, uit het ritme van de seizoenen, de geluiden van de dieren en de kleur van het landschap. Ze waren verweven met het leven zelf; met de jacht, het planten en oogsten, het zorgen voor elkaar, het omgaan met verlies. Elke cultuur, elke gemeenschap had haar eigen verhalen, gevormd in samenwerking met hun leefomgeving.

Een verhaal over een berggodin klinkt anders in een vallei dan in de woestijn. Een mythe over het water draagt een andere betekenis in een vissersgemeenschap dan in een droog gebied. Zo zijn verhalen niet universeel in hun vorm, maar wel in hun functie: ze geven betekenis, richting en verbondenheid binnen een specifieke context. Je zou kunnen zeggen: verhalen zijn als ecosystemen. Ze bestaan in relatie tot hun omgeving, en als die omgeving verandert, veranderen de verhalen mee.

In die zin zijn mythen niet statisch. Ze leven, ademen en evolueren. Elke generatie geeft er iets van door, en voegt er iets aan toe. In een levende vertelcultuur worden verhalen niet simpelweg herhaald, maar telkens opnieuw tot leven gebracht. De verteller draagt het verhaal, maar het verhaal draagt ook de verteller. Wat hij of zij meemaakt, gelooft, voelt en ziet, resoneert door in de vertelling. Zo blijft een verhaal in beweging, net als de wereld waarin het leeft.

Als we dit begrijpen, kunnen we ook anders gaan kijken naar het verlies van onze verhalen. Want het is niet alleen een verlies van woorden of tradities. Het is een verlies van verbinding met de omgeving, met de gemeenschap en met het ritme van het leven. En misschien is dat precies waarom we vandaag opnieuw verlangen naar verhalen: omdat we opnieuw willen voelen dat we ergens bij horen.

Mondelinge overlevering als levend organisme

In tijden waarin boeken nog niet bestonden en schrijven een zeldzame vaardigheid was, leefden verhalen van mond tot mond. Niet als woord-voor-woord reproducties, maar als levendige vertellingen die meebewogen met het moment. Verhalen werden verteld rond het vuur, tijdens het werk op het land, op feesten of in tijden van rouw. Vertellen was geen individuele prestatie, maar een gedeeld ritueel. Een sociale handeling waarin verteller en luisteraar elkaar nodig hadden.

Mondelinge overlevering is als een rivier: steeds in beweging, nooit exact hetzelfde, maar met een herkenbare bedding. De kracht van dit soort verhalen ligt niet in hun vaste vorm, maar in hun doorleefde energie. Een goede verteller voelt het verhaal aan en voelt ook het publiek aan. Misschien wordt een scène wat uitvergroot, wordt er een persoonlijke anekdote tussengevlochten, of juist iets weggelaten. Zo krijgt elk verhaal kleur en adem. Het leeft, groeit, sterft soms even, en wordt opnieuw geboren in een andere stem.

In die mondelinge traditie lag een enorme wijsheid besloten. Niet alleen in de inhoud van het verhaal, maar in het proces zelf. Verhalen werden niet bestudeerd, maar beleefd. Ze riepen beelden op, geluiden, emoties. Ze activeerden het geheugen, de verbeelding en het lichaam. Ze werden collectief gedragen. Door een gemeenschap die niet alleen luisterde, maar ook antwoordde, herinnerde, corrigeerde en aanvulde.

Door het verdwijnen van deze levende vertelcultuur zijn we niet alleen verhalen kwijtgeraakt, maar ook een manier van samen zijn. Het samen rond een vuur zitten, het luisteren met aandacht, het voelen dat woorden iets in beweging kunnen zetten (dat is iets anders dan het consumeren van een film of podcast). Mondeling vertellen verbindt ons met elkaar, en met iets groters dan onszelf.

'De televisie heeft het kampvuur vervangen - en daarmee ook de magie van samen luisteren.'

De breuk: moderniteit, media en het verlies van het verhaal

Met de opkomst van schrift, drukpers, industrialisatie en later digitale media is onze relatie met verhalen fundamenteel veranderd. Wat ooit een gedeelde, ritmische en zintuiglijke ervaring was, werd steeds meer een individuele, statische en consumptieve bezigheid. In plaats van dat verhalen in ons leefden en met ons meebewogen, zijn ze verplaatst naar boeken, schermen en algoritmes. Wat we verloren zijn, is niet alleen het vertellen, maar ook het belichamen van verhalen.

De moderne tijd bracht snelheid, efficiëntie en controle, maar ook een radicale verschuiving in hoe we betekenis geven aan de wereld. In plaats van veelstemmige, organische vertellingen, zijn we gaan leven binnen één dominant narratief: het verhaal van vooruitgang. Een verhaal waarin groei, innovatie en menselijke superioriteit centraal staan. Een verhaal dat lineair denkt: van vroeger ("achterlijk") naar later ("beter"). Het is een verhaal dat weinig ruimte laat voor cycli, stilstand, niet-weten of verbondenheid met het mysterie.

Deze verschuiving heeft gevolgen gehad voor ons collectieve bewustzijn. Waar mythen ons verbonden met de aarde, het lichaam, de gemeenschap en de seizoenen, stuurt het vooruitgangsverhaal ons juist weg van die verbindingen. Het leert ons te vertrouwen op systemen buiten onszelf (technologie, economie en wetenschap) en niet op onze innerlijke wijsheid, onze zintuigen of onze intuïtie.

Massamedia spelen hierin een sleutelrol. Zij vertellen ons voortdurend wat waardevol is, wat normaal is, wat we moeten verlangen of waar we bang voor moeten zijn. Maar deze verhalen komen van buitenaf. Ze zijn gemaakt om te overtuigen, te verkopen of te controleren - niet om te verbinden, te verdiepen of te helen. En juist omdat we onze eigen verhalen niet meer vertellen, zijn we kwetsbaar voor de verhalen van anderen. We hebben ons overgeleverd aan verhalen die ons niet dragen, maar sturen.

De breuk zit dus niet alleen in het verdwijnen van verhalen, maar in het verdwijnen van onze rol als vertellers. We zijn toeschouwers geworden, eerder consumenten dan deelnemers. En misschien is dat de diepste honger van deze tijd: de honger naar een verhaal dat weer van ons is. Een verhaal dat leeft in onze lichamen, onze gemeenschappen en onze aarde.

Rituelen zonder ziel

Rituelen zijn de tastbare vorm van het verhaal. Ze geven structuur aan het leven, markeren overgangen en maken het onzichtbare voelbaar. In traditionele samenlevingen waren rituelen nauw verbonden met hun mythen en verhalen: ze speelden zich af in de symboliek van het verhaal, herhaalden delen ervan of maakten ze lijfelijk ervaarbaar. Door het ritueel werd het verhaal niet alleen verteld, maar ook geleefd. Verhalen en rituelen waren twee zijden van dezelfde medaille.

Maar in de moderne wereld zijn veel van onze rituelen leeg geworden. We hebben nog ceremonies; bijvoorbeeld pakjesavond, kerstboom opzetten of de  paashaas, maar ze voelen vaak als formaliteiten. De diepere betekenis, het verhaal dat er ooit aan ten grondslag lag, is vervaagd of vergeten. We weten wat we doen, maar niet meer waarom. We volgen het script, maar missen de ziel.

Dat komt mede doordat het grotere verhaal waarin deze rituelen ooit pasten, is weggevallen. Waar rituelen vroeger verweven waren met de cycli van de natuur, de gemeenschap en het mysterie van het bestaan, zijn ze nu vaak losgezongen van hun bedding. Ze zijn gestandaardiseerd en gecommercialiseerd. Wat overblijft is een lege vorm. Herkenbaar, maar niet meer voedend.

Zonder een levend verhaal verliezen rituelen hun kracht. Ze worden hol, afstandelijk en ongemakkelijk. We voelen misschien dat er iets ontbreekt, maar kunnen het niet benoemen. En zo raken we steeds verder vervreemd van de diepe menselijke behoefte om onze ervaringen niet alleen te begrijpen, maar ook te belichamen. Samen, in gemeenschap, in ritme met iets groters dan wijzelf.

Toch ligt juist hier een sleutel tot herstel. Want het verlangen naar betekenisvolle rituelen leeft nog altijd in ons. We zoeken naar nieuwe vormen, intuïtieve gebaren en herontdekte tradities. En vaak blijkt: het begint bij het verhaal. Als we het verhaal hervinden, kan het ritueel opnieuw tot leven komen. En met het ritueel, de verbinding met het leven zelf.

De gevolgen: ontkoppeling van aarde en lichaam

Wanneer we de verhalen verliezen die ons verbonden met de aarde, met elkaar en met het mysterie van het leven, verliezen we ook iets anders, iets lichamelijks, iets wezenlijks. We raken los van de bedding die ons beschermde, van de ritmes die ons droegen, van de betekenis die ons voedde. Wat overblijft is een gevoel van leegte, van vervreemding. Alsof we leven in een wereld die ons niet langer aankijkt, waarin we zelf alleen nog toeschouwer zijn.

De gevolgen daarvan zijn diepgaand. We raken ontkoppeld van de aarde, niet alleen ecologisch, maar ook emotioneel en spiritueel. We zien de natuur niet meer als levende partner, maar als hulpbron of decor. We voelen haar ritmes niet meer, begrijpen haar seizoenen niet langer van binnenuit. En met die ontkoppeling verdwijnt ook het besef van onderlinge afhankelijkheid, van zorg en van heiligheid.

Tegelijkertijd raken we ook vervreemd van ons eigen lichaam. In een cultuur die draait om productiviteit, controle en snelheid, is het lichaam vaak een last: iets dat moet functioneren, presteren en voldoen. Maar het lichaam is een levend geheugen, een drager van verhalen. Wanneer we het negeren, verliezen we de toegang tot intuïtie, tot belichaamde wijsheid, tot het voelen van wat klopt.

Deze dubbele ontkoppeling - van aarde én lichaam - leidt tot een diep gevoel van richtingloosheid. We zoeken buiten onszelf naar antwoorden, naar bevestiging, naar verhalen die ons identiteit geven. Maar zolang die verhalen niet geworteld zijn, blijven ze hol. We worden vatbaar voor angst, controle en verslaving. We raken het gevoel kwijt van thuis-zijn in de wereld.

Juist daarom is het terugvinden van het vertellen zo belangrijk. Want verhalen zijn bruggen. Bruggen tussen mens en aarde, tussen lichaam en ziel, tussen verleden en toekomst. Ze herinneren ons eraan dat we onderdeel zijn van een groter geheel en dat we niet alleen zijn.

Terug naar het verhaal

Hoe keren we terug naar iets dat we vergeten zijn? Hoe herontdekken we een traditie die niet in boeken te vinden is, maar in het geheugen van het leven zelf? Misschien is het antwoord niet ingewikkeld, maar wel kwetsbaar: we beginnen met luisteren. Niet naar meningen of nieuws, maar naar de zachte stemmen onder de oppervlakte. Naar wat ons raakt, wat ons stil maakt en wat ons laat herinneren.

Het verhaal komt niet terug via een methode, maar via aandacht. We kunnen beginnen bij de plek waar we leven. Door te luisteren naar de wind, de bomen en de seizoenen. Door te vragen naar de verhalen van onze grootouders. Door ruimte te maken voor stilte en verwondering. Door opnieuw samen te komen, rond een vuur, aan een keukentafel of op een schoolplein en woorden te geven aan wat ons beweegt.

We mogen ook oefenen in vertellen. Niet perfect, maar echt. Een herinnering delen. Een droom navertellen. Een mythe voorlezen aan een kind. En merken wat er gebeurt als een verhaal zich opent, als het iets in beweging zet en als het zich uitstrekt van de ene mens naar de ander.

Misschien mogen we ook nieuwe rituelen creëren. Eenvoudige gebaren, gedragen door intentie. Een steen neerleggen bij het afscheid. Een lied zingen bij het begin. Dankzeggen voor ons eten. Iets offeren aan de grond. Niet om terug te keren naar vroeger, maar om te herinneren wat altijd al in ons lag: dat wij verhalende wezens zijn, op zoek naar bedding, naar betekenis en naar verbinding.

Want het verhaal is nooit helemaal verdwenen. Het heeft zich teruggetrokken, verstopt in dromen, in kinderfantasieën, in fluisteringen van de aarde. Het wacht. Tot wij weer klaar zijn om het te horen. En om het te dragen.

'Vertellen is herinneren dat we niet alleen zijn. Dat wij deel zijn van een groter weefsel.'

De uitnodiging

Dit is geen pleidooi voor nostalgie. We hoeven het verleden niet te romantiseren, noch hoeven we terug naar een tijd zonder technologie of geschreven taal. Wat we wél mogen doen, is ons herinneren dat verhalen nooit alleen maar woorden zijn. Ze zijn dragers van leven en spiegels van waarheid. En dat het vertellen van verhalen een daad is van thuiskomen, bij onszelf, bij elkaar en in de wereld. Een weg naar herstel, van innerlijke wonden, van gebroken verbindingen, van onze vervreemding van de aarde. Verhalen kunnen balsem zijn voor wat verscheurd is. Niet omdat ze alles oplossen, maar omdat ze aanwezig durven zijn bij wat pijn doet. Omdat ze ruimte maken voor betekenis, voor rouw, voor hoop. Zo kan het vertellen opnieuw een heilig weefsel worden, waarin mens en wereld zich met elkaar verweven weten.

De uitnodiging is simpel, maar krachtig: begin opnieuw. Begin klein. Luister naar een oud verhaal alsof je het voor het eerst hoort. Deel een herinnering zonder te weten of hij belangrijk is. Stel een vraag aan iemand die je dierbaar is, en luister echt. Maak ruimte voor wat zich wil laten vertellen; in jou, door jou, tussen mensen.

Misschien is dit de tijd waarin we collectief mogen ontwaken uit het verhaal dat ons losmaakte. Misschien is het moment gekomen om het meervoudige weer toe te laten: verhalen die wroeten, verwarren en verwarmen. Verhalen die niet dienen om te overtuigen, maar om te verbinden.

Het verhaal leeft. Het vraagt om stemmen, om lichamen, om bedding. En wij... wij zijn de vertellers waar het op wacht!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.