Hoe westerse opvoeding leidt tot ontkoppeling van lichaam en aarde

Gepubliceerd op 1 mei 2025 om 12:30

Onthechting begint in de wieg. In het Westen noemen we het ‘opvoeding’, maar wat we kinderen vaak bieden lijkt daar in wezen nauwelijks op. Baby’s slapen alleen in hun kamer. Ze worden gevoed op vaste tijden. Ze huilen zonder getroost te worden, 'omdat ze het moeten leren'. Ouders staan er vaak alleen voor, zonder een netwerk van nabijheid, van grootouders, ooms, tantes of buren. Werk en prestatiedruk eisen dat moeders hun kind na tien weken alweer achterlaten in de opvang. We noemen het normaal. Maar diep vanbinnen weet ieder lichaam: dit klopt niet.

Wat we onze kinderen ontnemen is het nestgevoel. Geborgenheid. De ervaring dat ze gedragen worden, letterlijk én figuurlijk, door een gemeenschap. In plaats daarvan groeien ze op in structuren die gericht zijn op autonomie, efficiëntie en afstand. We noemen het ‘zelfstandig maken’, maar vergeten dat echte zelfstandigheid alleen kan ontstaan uit diepe verbinding.

Deze manier van opvoeden laat sporen na. In het lichaam. In het hart. En in de geest. Het creëert volwassenen die afgesneden zijn van hun eigen behoeften, die wantrouwen voelen tegenover nabijheid, die hard zijn geworden waar ze teder hadden kunnen zijn. En die afgescheidenheid echoot door in hoe we omgaan met elkaar, met de natuur en met de aarde.

Waar begon het? De wieg van controle en afstand

De diepe breuklijn tussen mens en natuur, tussen lichaam en gevoel, tussen kind en gemeenschap is geen toevalligheid. Het is het gevolg van een oude verschuiving in hoe mensen gingen leven en denken.

Ongeveer tienduizend jaar geleden, bij het ontstaan van grootschalige intensieve landbouw in gecentraliseerde beschavingen zoals Sumerië, vond er een fundamentele omkering plaats. Mensen gingen zich vestigen, land bezitten en structuren bouwen. Waar eerder het leven draaide om afstemming op de natuurlijke cycli, draaide het nu om controle, productie en hiërarchie. In plaats van deel uit te maken van de natuur, plaatsten mensen zich erboven. Dieren werden gedomesticeerd. Grond werd opgedeeld. Vrouwenlichamen werden gezien als bezit, net als kinderen. Zo ontstond de wortel van veel moderne systemen.

Deze landbouwsamenlevingen brachten ook een verschuiving in opvoeding. Kinderen werden niet langer grootgebracht in de bedding van een gemeenschap, maar binnen patriarchale huishoudens waar gehoorzaamheid belangrijker werd dan verbondenheid. De nadruk kwam te liggen op orde, discipline en afstand. En die echo hoor je vandaag nog in uitspraken als “Je moet ze niet te veel verwennen”, of: “Laat maar huilen, daar worden ze sterker van.”

Deze ideeën zijn niet universeel. Ze zijn ontstaan binnen een specifieke cultuur, maar door kolonisatie, missionering en globalisering wereldwijd opgedrongen. Vaak ten koste van inheemse traditionele samenlevingen waarin nabijheid, co-regulatie en gemeenschap juist de norm waren. Wat we nu ‘modern’ noemen, is in wezen een diep ontworteld model van samenleven.

'The opposite of trauma is not the absence of pain, but the presence of safe connection.'

Dr. Gabor Maté

De prijs van afstand: trauma, onthechting en verlies van belichaamde wijsheid

Wat gebeurt er met een kind dat zich niet veilig voelt? Dat niet wordt gedragen door een netwerk van zorg, maar alleen moet leren slapen, zichzelf moet leren troosten? Dat opgroeit in een cultuur waarin tederheid al snel als zwakte wordt gezien?

Het antwoord is: het kind past zich aan. Het sluit zich af. Het internaliseert het idee dat nabijheid niet veilig is, dat emoties overweldigend zijn en dat het lichaam geen betrouwbare gids is. Dit is geen bewuste keuze, maar een overlevingsstrategie. Wat niet gevoeld mag worden, wordt weggeduwd. En zo ontstaat het fundament voor een samenleving waarin disconnectie de norm is.

We hebben generaties gevormd die functioneren, maar niet voelen. Die denken dat zelfbeheersing belangrijker is dan zelfverbinding. Die hun kinderen opvoeden met de overtuigingen die zij zelf meekregen, vaak vanuit een pijnlijk tekort. En die tekortervaring sijpelt door in alles: in hoe we relaties aangaan, in hoe we onderwijs vormgeven, in hoe we economie bedrijven. Het creëert systemen die net als de mensen die ze bouwen, gefocust zijn op controle, prestatie en fragmentatie, en waarin verbinding met het lichaam, de natuur en de gemeenschap nauwelijks nog een plek heeft.

Je ziet het overal: in burn-outs, in mentale gezondheidsproblemen, in het verlies van gemeenschapszin. Maar ook in hoe we omgaan met de aarde. Een mens die afgesneden is van zijn eigen lichaam, kan zich ook niet meer verbinden met het lichaam van de aarde. Trauma wordt cultuur. En die cultuur wordt crisis.

Terug naar het nest: herverbinden als helend gebaar

De weg vooruit is niet een technologische, maar een relationele. We hoeven geen nieuwe theorieën te bedenken. Wat nodig is, is iets veel radicalers: herinneren wat het betekent om mens te zijn. Een wezen dat geboren wordt uit nabijheid, groeit in relatie, en bloeit in verbinding.

We kunnen opnieuw kiezen voor nabijheid. We kunnen weer luisteren naar de wijsheid van ons lichaam, en van dat kleine kind in onszelf dat ooit tekortkwam. We kunnen onze kinderen wél troosten, wél dragen, voeden op verzoek en hun huilen als taal zien, niet als last. We kunnen gemeenschappen herbouwen waarin ouders niet alles alleen hoeven doen, waarin zorg niet geprofessionaliseerd en ingekocht hoeft te worden, maar weer gedeeld wordt.

Dit vraagt een culturele omkering. Een terugkeer naar waarden die eeuwenlang zijn gemarginaliseerd: zachtheid, ritme, belichaamdheid en gemeenschap. Het vraagt ook dat we durven kijken naar de historische lagen onder onze systemen en dat we erkennen hoe trauma doorwerkt in structuren, generaties en instituties.

Maar het begint klein. In een ademhaling. In de keuze om je kind vast te houden, ook als het lastig is. In het luisteren naar verhalen van andere culturen, die de verbinding nog niet zijn kwijtgeraakt. In het langzaam ontwarren van dat wat verhard is geraakt in onszelf.

Want een verbonden mens, brengt verbonden kinderen voort. En verbonden kinderen bouwen een wereld die leeft... niet een die louter functioneert.

'It takes a village to raise a child. But first, it takes a village to support the parent.'

L.R. Knost

Call-to-action

Laten we opnieuw leren wat we diep vanbinnen al weten: dat een kind niet opgroeit door afstand, maar door nabijheid. Deel dit verhaal met anderen. Praat met ouders, opvoeders, leraren. Begin het gesprek over wat écht voedend is. Niet alleen voor kinderen, maar voor ons allemaal.
Misschien is dit wel hoe herstel begint; niet groots en revolutionair, maar zacht en nabij. Precies zoals een nest bedoeld is.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb